De ziekte van Parkinson

Te weinig dopamine in de hersenen

Wat is de ziekte van Parkinson?
Mensen met Parkinson hebben te weinig dopamine in hun hersenen. Dat komt door een beschadiging van de zenuwcellen die dopamine produceren. De oorzaak van die beschadiging is helaas nog onbekend. Dopamine, een zogenaamde neurotransmitter, is nodig om signalen door te geven van de ene naar de andere hersencel. Bij mensen met Parkinson bemoeilijkt het tekort aan dopamine de aansturing van de spieren. Daardoor kunnen er problemen zijn met dagelijkse bewegingen (lopen, omdraaien in bed) en praten. Ook kunnen slaapproblemen, verwardheid, depressies, concentratieproblemen en geheugenstoornissen optreden.

Als u de ziekte van Parkinson heeft, wordt u elke dag met de gevolgen geconfronteerd. Voornamelijk omdat uw motoriek verstoord is. Bekende klachten zijn het beven (tremoren), de spierstijfheid waardoor het moeilijk is om bewegingen te beginnen, de bewegingstraagheid, het zogenaamde freezing en een gebogen houding. Niet alle symptomen komen bij alle Parkinson patiënten voor.

Op termijn ontstaan meestal moeilijkheden met lopen en dagelijkse bezigheden, bijvoorbeeld omdraaien in bed. Ook kunt u last krijgen van depressies, geheugenstoornissen of concentratieproblemen. Inmiddels zijn er wel medicijnen om de symptomen te verminderen. De oorzaak van de ziekte is echter nog niet geheel bekend. Als de klachten er eenmaal zijn, gaan ze niet meer weg en nemen ze meetal geleidelijk toe. Parkinson heeft geen invloed op de levensverwachting, maar wel op de kwaliteit van leven.

Positieve uitwerking van bewegen
Het is begrijpelijk dat iemand met Parkinson onzeker is over de mogelijkheden om te bewegen. Begeleiding door een fysiotherapeut kan daarom zinvol zijn. Het gaat erom dat iemand zich zo goed mogelijk in het dagelijks leven kan blijven bewegen en dat diegene op een verantwoorde manier actief blijft. Bewegen heeft een positieve uitwerking op de klachten. In deze folder leest u wat de fysiotherapeut, als deskundige van het dagelijks bewegen, voor mensen met Parkinson kan betekenen. Ook worden er praktische tips gegeven over wat zelf te doen om voldoende in beweging te blijven en klachten onder controle te houden.

Behandeling
Bij de ziekte van Parkinson zijn verschillende vormen van behandeling mogelijk: medisch (medicijnen, operatie) en paramedisch (fysio- of oefentherapie). Afhankelijk van de klachten die men ervaart, bepaalt de arts of er medicijnen worden voorgeschreven. Meestal gebeurt dit als problemen ontstaan in het dagelijks leven, op het werk of in de vrije tijd. Helaas hebben medicijnen een beperkte invloed op de houdings- en evenwichtsproblemen. Als er geen andere mogelijkheden zijn, wordt soms gekozen voor een chirurgische ingreep, vooral om het beven en de onvrijwillige bewegingen te verminderen. Uitgangspunt zijn de gezondheidsproblemen en de voorkeuren van de patiënt. Een fysiotherapeutische behandeling heeft een geheel eigen doel en resultaat en is niet ter vervanging van medicijnen of een operatie.

Wat kan fysiotherapie voor u betekenen?
Nadat een neuroloog de ziekte van Parkinson heeft geconstateerd, kunt er een doorverwijzing naar de fysiotherapeut worden uitgeschreven, door de huisarts, de neuroloog of een andere medisch specialist. Wanneer is er aanleiding voor een doorverwijzing naar de fysiotherapeut? Als er problemen zijn bij dagelijkse bewegingen, zoals lopen, opstaan uit een stoel en omrollen in bed. Een verminderde conditie kan een reden zijn, evenals nek- of schouderklachten. Of wanneer er het afgelopen jaar meerdere malen een valincident heeft plaats gevonden en men de neiging heeft minder te bewegen geneigd om minder te bewegen. Actief blijven heeft echter een positieve uitwerking op de klachten en voorkomt nieuwe bijkomende klachten, zoals broze botten, obstipatie of problemen met het hart.

Zelfstandigheid
De fysiotherapeut helpt mensen met Parkinson om weer makkelijker, zekerder en vrijer te gaan bewegen. Zonodig helpt hij of zij bij het onderhouden of opbouwen van de conditie. Verder kan de fysiotherapeut aandacht besteden aan specifieke dagelijkse activiteiten zoals lopen en het opstaan uit een stoel. De patiënt krijgt goede voorlichting, een essentieel onderdeel van de behandeling bij de ziekte van Parkinson. Op die manier kunnen mensen ook op langere termijn, zonder de fysiotherapeut, actief blijven. Het doel is immers het verbeteren of behouden van de zelfstandigheid en veiligheid. De adviezen, behandeling en begeleiding worden afgestemd op de situatie en hoe ver Parkinson zich ontwikkeld heeft. Daarbij onderscheiden we drie fasen:

De vroege fase
Patiënten in de vroege fase hebben geen of weinig beperkingen. Het doel van fysiotherapie in deze (en vaak ook in de volgende) fase is: voorkomen van inactiviteit, vermijden van angst om te bewegen of te vallen en het onderhouden en/of verbeteren van de conditie. De fysiotherapeut geeft informatie en voorlichting en oefent met de patiënt. Oefeningen kunnen eventueel in groepsverband worden gedaan, met specifieke aandacht voor het evenwicht, de spierkracht, de beweeglijkheid van de gewrichten en de algemene conditie. Wanneer nodig of gewenst wordt in deze en de volgende fasen de partner of verzorger bij de behandeling betrokken.

De middenfase
In deze fase merkt men dat men minder aankan bij diverse activiteiten. Het is lastiger om het evenwicht te bewaren en men loopt meer risico om te vallen. Fysiotherapie richt zich op het oefenen van bewegingen zoals omrollen in bed en opstaan uit een stoel, de juiste lichaamshouding, reiken en grijpen, evenwicht bewaren en lopen.

De late fase
Bij een klein deel van de Parkinsonpatiënten ontwikkelt de ziekte zich zodanig dat ze op een rolstoel zijn aangewezen of in bed moeten blijven. Fysiotherapie helpt om belangrijke functies te behouden en om doorliggen en spierproblemen te voorkomen. De fysiotherapeut begeleidt bij oefeningen en adviseert onder meer over de beste lichaamshouding in bed of rolstoel. Ook kan de partner of verzorger bij een fysiotherapeut terecht voor bijvoorbeeld een tilinstructie.

Duurzaam resultaat
Het is vooral belangrijk om zelfstandig de klachten blijvend onder controle te houden. Hiervoor heeft de fysiotherapeut, naast de behandeling, een activeringsprogramma. Dit stimuleert om na afloop van de therapie te blijven bewegen en de gezonde leefgewoonten voort te zetten. Dat gaat makkelijker als men plezier heeft in de activiteiten en (eventueel) als ze in groepsverband kunnen worden gedaan.

Verwijzing en vergoeding
Informeer voor een fysiotherapeutische behandeling bij de huisarts, fysiotherapeut, bedrijfsarts of neuroloog. Over de vergoeding van de behandeling kunt u de informatie van de verzekeraar vragen

Wat kunt u zelf doen?
Het is vooral belangrijk om tijdig actie te ondernemen. Wacht niet tot de conditie verminderd is, maar houd deze op peil.

Bewegen
Probeer op minstens vijf dagen in de week een half uur te bewegen, bijvoorbeeld een stukje wandelen, fietsen of zwemmen. Hiermee worden conditie en kracht onderhouden. Dat half uur kan natuurlijk ook opgedeeld worden in blokken van tien of vijftien minuten.

Goede en mindere dagen
Parkinsonpatiënten kunnen zogenaamde on- en off-periodes hebben, ofwel, goede en minder goede dagen. Maak vooral van de goede dagen gebruik om de conditie en kracht te trainen. Er zijn dan minder (neurologische) problemen en de prestaties zijn beter.

Vermijden dubbeltaken
Het is goed mogelijk dat bij vanzelfsprekende bewegingen de aandacht erbij moet worden gehouden. Het kan al snel te veel zijn om bijvoorbeeld tegelijkertijd te praten en te lopen (een lichamelijke en een mentale taak), of op te staan uit een stoel met een kop koffie in de hand (twee lichamelijke taken). Probeer één ding tegelijk te doen en vermijd dubbeltaken. Dit is veiliger en vermindert de kans op een val.

Beweegadvies

  • Probeer vijf maal per week 30 minuten te bewegen.
  • Train conditie en kracht tijdens de \'on-periode\'.
  • Doe één ding tegelijk.

Heeft u een vraag?

Contact

Volg mij